Er is kritiek op de rol die advies- en accountantskantoor KPMG heeft gespeeld bij de controle van de boeken van de grootste runderslachterij van Nederland.
Mikpunt zijn de goedkeurende verklaringen die de accountant steeds heeft gegeven aan de jaarrekeningen van het frauderende Weyl Beef Products in Enschede. De rechter buigt zich inmiddels over de zaak.
Gerommel in de boekhouding
De twee directeuren van de runderslachterij, Frank Weyl en Harro Geerdink, worden ervan verdacht in de periode 2001-2009 grootschalige boekhoudfraude te hebben gepleegd. Het ging onder meer om gerommel met voorraden, vorderingen, inkoopfacturen en cheques. Hierdoor is de bedrijfswinst jarenlang veel te hoog voorgesteld.
Toen dit begin 2010 aan het licht kwam, trokken de financiers de handen van het bedrijf af en ging Weyl failliet. Honderden werknemers kwamen direct op straat te staan, financiers en leveranciers liepen financiële schade op.
Beschikking over volledige accountantsdossier
Curator Jacques Daniëls spande dinsdag een kort geding aan tegen controlerend accountant KPMG. Voor de Amsterdamse rechtbank eiste de curator dat hij over het volledige accountantsdossier kan beschikken. Daarmee kan hij oordelen of KPMG de fraude bij het vleesbedrijf niet veel eerder had kunnen of moeten ontdekken.
Bij eerdere verzoeken in Nederland om inzage in een volledig accountantsdossier, wees de rechter in veel gevallen het verzoek daartoe af. Volgens advocaat Louis Berger, die namens de curator optrad, mag KPMG geen gegevens achterhouden die relevant zijn voor het onderzoek naar de boekhoudfraude. ‘We kunnen nu niet zien hoe de controles zijn verlopen, welke risico’s in kaart zijn gebracht en welke werkzaamheden precies zijn verricht.’
Medeaansprakelijkheid KPMG
Als blijkt dat KPMG in gebreke is gebleken, dan zal de curator de accountant medeaansprakelijk stellen voor het faillissement.
Berger stelde ook dat KPMG gewaarschuwd had moeten zijn voor twijfelachtige praktijken in de vleessector en de slechte reputatie van directeur-grootaandeelhouder Frank Weyl. Deze liet in 2004-2005 bijvoorbeeld zijn woonhuis verbouwen op kosten van de vennootschap. Toen dit aan het licht kwam, werd hij daarvoor veroordeeld en kreeg een boete.
KPMG gaf dinsdag toe dat Weyl wel ‘een vlekje had’. Volgens de advocaat heeft de accountant al grote delen van het dossier overlegd aan de curator, negen dozen in totaal. Alleen de interne stukken, waarin onder meer de risico’s staan beschreven, worden niet afgegeven. Die zijn eigendom van de accountant, stelt de raadsman. KPMG zou de interne stukken, als de rechter hem daartoe dwingt, alleen ter beschikking willen stellen aan een registeraccountant, vanwege het vertrouwelijke karakter.
Lastig om fraude te ontdekken
Het belangrijkste verweer van KMPG was dat alle belangrijke personen bij Weyl samenspanden bij de fraude. ‘Dan wordt het voor ons lastig om fraude te ontdekken’, aldus advocaat Marc Ynzonides. Ook plaatste hij kanttekeningen bij de omvang van de fraude. ‘Wij kunnen fraudebedragen van € 45 mln op een balanstotaal van € 60 mln niet thuisbrengen.’
De raadsman hekelde op zijn beurt de rol van de curatoren. Deze zouden het kort geding bewust in de publiciteit hebben gebracht om de druk op het accountantskantoor te verhogen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam doet op 27 maart ’s middags uitspraak in deze zaak. Het strafproces tegen de twee hoofdverdachten vindt later dit jaar plaats. In een civiele procedure zijn zij in een eerder stadium al aansprakelijk gesteld voor het faillissementstekort van € 100 mln.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten